Onder de rook van Rotterdam, in de Maasdelta, ligt een groot eiland. Echt. Pak de kaart er maar eens bij, of de iPad zo u wil, en er kijk naar Rotterdam. Dwars door Rotterdam loopt de Nieuwe Maas. En kijk nou eens naar het gebied ten zuiden van die rivier.
Precies. Dat is een eiland! Omringd door de Nieuwe Maas in het noorden, de Oude Maas in het zuiden en de Noord in het oosten.
Ik ben dol op eilanden en daarom leek me IJsselmonde, want zo heet het eiland, heel geschikt om aan mijn eilandenlijst toe te voegen.
Als ik een eiland ‘befiets’ zit ik altijd met een dilemma: ga ik langs ‘de kust’, oftewel, volg ik de contouren van het eiland? Of zal ik er dwars doorheen fietsen? Uiteraard is het afhankelijk van het betreffende eiland en meestal kies ik voor hetgeen er het aantrekkelijkst uitziet of ik laat me van te voren adviseren.
Om te laten zien dat dit echt een eiland is, besluit ik helemaal rondom te gaan fietsen. Een route van ongeveer 75 km. Het is een heel dichtbevolkt gebied en mijn verwachtingen zijn niet al te hoog gespannen; al moet ik wel zeggen dat ik bij het inlezen van de website Ontdek IJsselmonde steeds enthousiaster word.
De route start bij het metrostation van Pernis en ik fiets gelijk door een klein stukje groen, het Pernisserpark. Na een paar honderd meter kom ik echter al in wat ik een van de lelijkste gebieden van Nederland vind: het havengebied van Rotterdam. Je zou wensen dat je daar met je ogen dicht doorheen kon fietsen. Maar toch, als je er niet bekend mee bent, kijk je daar je ogen uit. Dat is tenminste wat ik me herinner van mijn eerste keer, jaren geleden. Enorme containerschepen, gigantische kranen en industriële constructies… Je zou het dan ook ‘zeer interessant’ kunnen noemen.
Gelukkig word je als fietser hier snel en makkelijk doorheen geleid en al snel fiets ik langs de groene rand van Hoogvliet. Mocht je even bij moeten komen van de overload aan industrie, dan kan dat op de ‘Chill-Hill’. Voor mij is het nu nog te vroeg om te chillen op de hill, maar het ziet er wel heel aantrekkelijk uit!
En plotseling, de tegenstelling kan niet groter, bevind ik me in een adembenemend paradijs: het Ruigeplaatbos. Hoewel aangelegd, geeft het toch de indruk een oud ‘ruig’ bos te zijn. Dit is niet zo gek want het oorspronkelijk aangelegde park met keurige boomgroepen en nette gazons werd zwaar beschadigd tijdens een grote storm in 1997. Men heeft daarna besloten om het beschadigde bos aan de natuur over te laten. En die weet daar wel raad mee! Begeleid door zingende vogels vervolg ik mijn weg. Eenmaal het bos uit, blijft het mooi. Vooral als ik Hoogvliet voorbij ben en door een aaneenschakeling van natuurgebieden (gebiedjes) fiets: de Johannapolder, de Rhoonse Grienden, Klein Profijt, de Carnisse grienden. Deze grienden liggen buitendijks en zijn daarom onderhevig aan de getijdenbeweging van de waterstand. Het bijzondere aan dit gebied is dat het verschil tussen eb en vloed hier wel 1,5 meter kan bedragen. Dat heb je vrijwel nergens anders meer in Europa.
Inmiddels kom ik tot de ontdekking dat je hier ogen te kort komt. Oftewel, als je even niet oplet of toevallig de andere kant op kijkt, mis je wellicht een paar verborgen schatten. Zo zie ik op het Oude Maaspad, in de Carnisse Grienden, uit het niets plotseling een klein houten bruggetje aan mijn rechterkant, verscholen tussen het hoge riet. Ik twijfel of ik de fiets laat staan en een stukje zal wandelen. Nee, toch maar verder want ik heb fietsschoenen aan en die zijn ongeschikt om mee te wandelen.
Een eindje verderop, in het Barendrechtse Veer, ontdek ik een verborgen strandje. Nog zo’n pareltje dat je makkelijk voorbij fietst als je net even de andere kant op kijkt.
Zelfs wanneer ik door het minder aantrekkelijke deel van de route door Zwijndrecht fiets, valt mijn oog plotseling op een klein parkje onder aan de Lindtsedijk. Ik zie een heel oud bruggetje over een kleine beek met een gietijzeren toegangshek. Verder niets, maar met een beetje fantasie zou je er een geheime tuin achter kunnen bedenken. Nou ja, heel veel fantasie, want gelijk daarachter ligt de A16. Zwijndrecht gaat over in Hendrik-Ido-Ambacht en ik fiets inmiddels langs de rivier Noord. De route wordt weer wat mooier, maar ik ben duidelijk in een gebied waar de kleur grijs meer voorkomt dan de kleur groen.
Na Hendrik-Ido-Ambacht wordt de route weer groener. Waar komt die naam Hendrik-Ido-Ambacht toch vandaan?? (Ah, gevonden! Te leuk om niet te melden: zie kader). Ik passeer maar liefst drie aaneengesloten natuurgebieden: de Crezéepolder, de Ridderkerkse Grienden en Gorzen. Ik lees dat de wandelroute die er doorheen loopt, maar liefst tien kilometer is. De volgende keer ook maar wandelschoenen mee! Dat heb ik overigens al vaker bedacht tijdens het fietsen van deze route…
Hendrik-Ido-Ambacht
Ik denk dat iedereen blij is dat de vorige namen van deze plaats niet meer gebruikt worden. Luister en huiver:
1. 'Hendrik-Ido, Oostendam en Schildmanskinderenambacht' (dat is 48 leestekens).
2. ‘Hendrik-Ido-Oostendam-Schildmanskinderen-Groot-en-Klein-Sandelingen-Ambacht’ (dat is 75 leestekens)
3. ‘Hendrik-Ido-Schildmanskinderen-Ambacht en de Oostendam’ (dat is 52 leestekens)
4. Nog vóór bovengenoemde drie, was het steeds een variatie op de huidige naam: Henrick Iden ambocht, Heynric een Ambocht, Heindrick Ydenambocht, Heyndrick Yden Ambocht, Hendrik Iden Amb.
Nee, dan is Hendrik-Ido-Ambacht een prima naam. En wie Hendrik-Ido was? En zijn ambacht? "Hendrik-Ido-Ambacht, genoemd naar het toenmalige ambacht 'rechtsdistrict' van Hendrik Ye Wittenzoon, telg uit een gefortuneerd Dordts koopmansgeslacht dat zijn kapitaal belegde in bedijkingen. Zijn vader was een van de financiers van de inpoldering van de Zwijndrechtse Waard en in 1376 ontving Hendrik van hertog Albrecht van Beieren het "ambocht in Zwindreckt dat Witte syn vader bedycte tot enen erflien".
Bron: Plaatsengids.nl
Nou ben ik nog wel nieuwsgierig hoe een bewoner zijn eigen dorp noemt. Ik lees op Wikipedia ’t Ambacht. Maar hoe heet dan een inwoner? Een Ambachter? En Hendrik-Idoër? Wie kan het me vertellen?
En dan is daar Rotterdam… Alhoewel? Dit lijkt meer een pittoreske dorp met karakteristieke oude huizen en arbeidershuisjes. Niet bepaald het Rotterdam wat ik verwacht had. Het is de wijk Oud-IJsselmonde. Ik fiets langs het Zuiddiepje met aan de overkant het Eiland van Brienenoord. Hoewel niet gepland, kan ik mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen en fiets over het oude ophaalbruggetje het eiland op. Ik kom er snel achter dat het eiland interessanter is om over te wandelen, dan te fietsen. Er is maar één voor de fiets geschikte weg en die gaat door een moestuinencomplex. Ik keer weer terug en zie in de verte twee jetski’s aankomen. Te laat realiseer ik mij dat het zeer onverstandig is om over een klein bruggetje te fietsen als er tegelijkertijd een jetski onderdoor gaat. Een enorme plens water komt over me heen en ik heb bijna geen droge draad meer aan m’n lijf. Dat de brug een open rooster had als brugdek hielp ook niet. Geluk bij een ongeluk: het is snikheet vandaag, dus eigenlijk was het een heerlijk verkoeling!
Als ik bij de Erasmusbrug komt, realiseer ik met dat dit de eerste keer in mijn leven is dat ik deze brug in het echt zie. Ik fiets verder en kijk mijn ogen uit.
De Kop van Zuid is een echte culturele hotspot. Niet alleen de vele (hoge) gebouwen van beroemde stadsarchitecten, maar ook een aantal gebouwen die nog aan de tijd herinneren dat er veel Europeanen vanaf deze plek per stoomschip naar Amerika vertrokken. Bijvoorbeeld het voormalige kantoorgebouw van de Holland Amerika Lijn.
Ik wil met het pontje van Katendrecht naar Oud-Charlois en tot mijn grote geluk komt er net een veerboot aan als ik bij de aanlegplaats aankom. Ik stap op de boot en genietend van het uitzicht, realiseer ik me plotseling dat de boot een hele andere kant op gaat dan ik had verwacht. Het blijkt de waterbus naar Delfshaven te zijn. Gelukkig kan ik daar overstappen op een andere waterbus om alsnog in Oud-Charlois aan te komen. Nou ja, een extra vaartocht is geen straf met dit weer. Ik fiets door Oud-Charlois en ben verbaasd weer door pittoreske (en vooral groene) straatjes te fietsen. Dit vriendelijke beeld wordt abrupt verstoord als ik bij de Waalhaven aan kom. De enorme containerschepen, gigantische kranen en industriële bouwwerken staan in zo’n contrast met de moderne Rotterdamse architectuur en de prachtige natuurgebieden waar ik vandaag doorheen gefietst heb… Pernis doet mij altijd weer verbazen. Een vriendelijk dorpje waar je niets van de imposante haven merkt waar het door ingesloten wordt.
En zo kwam een eind aan een prachtige tocht. Ik ben erg gecharmeerd van dit verrassende eiland en zal de ‘groene binnenlanden’ ook graag nog eens willen ontdekken.
Deze route is best lang voor een dagtocht, tenzij het je echt alleen om het fietsen gaat. Wil je onderweg meer bekijken dan alleen alles vanaf het fietszadel, dan wil ik je zeker aanraden hier een meerdaagse tocht van te maken in combinatie met een paar wandelingen en het bezoeken van buitenplaatsen, kastelen en molens die het verhaal vertellen van Eiland IJsselmonde door de eeuwen heen.
Meer informatie in te vinden op de website van Ontdek IJsselmonde.
Zelf fietsen? Je kan hier de GPX-track downloaden.
Bekijk hier de film (6:45 min.):
Dit blog kwam tot stand in samenwerking met Ontdek IJsselmonde. Ik had alle vrijheid om zelf een route te maken en hier eerlijk mijn mening over te geven.