Deze week ben ik voor de allereerste keer van mijn leven in de sportschool geweest. Ik wil mijn conditie een boost geven en afvallen. En dit keer vóórdat ik weer aan een (lange) fietsreis begin, in plaats van tijdens de reis. Omdat ik sinds september bijna elke dag in de zee zwem, fiets ik minder, maar krijg ik tegelijkertijd van dat zwemmen berehonger. Kortom, ik beweeg te weinig en eet te veel. Met voelbare en zichtbare gevolgen.
Dus: de sportschool! Iets waar ik overigens altijd tegen ageerde. Ik was zelfs trots nooit een sportschool van binnen te hebben gezien. Want waarom zou je binnen sporten als het ook buiten kan? Waarom onvrijwillig naar vreselijke muziek luisteren? Waarom al die apparaten, terwijl je ook zelf kan lopen, fietsen, stofzuigen, ramen lappen, de tuin doen, enz…? Alle mogelijke workouts liggen onder handbereik in eigen huis, tuin, schuur en vele kilometers daaromheen. Je huis blijft er ook nog eens schoon van en de tuin keurig aangeharkt.
Tot zover de theorie.
En toen vroeg een vriendin waarom het dan toch niet lukte om mijn conditie en mijn gewicht te handhaven. Ik moest haar het antwoord schuldig blijven en bedacht allerlei smoesjes. “Remy is echt veel beter in stofzuigen dan ik!”, “klarinetspelen en werken is veel leuker dan huishouden”, “die conditie komt wel weer als het mooier weer wordt”…
Afijn, een week later.
Maandagavond 28 maart: intake-gesprek gehad en vervolgens een uurtje training op fitnessapparaten. Dat je bovenlichaam blijkbaar nog andere spieren heeft dan de vingerspieren die gebruikt worden bij klarinetspelen en typen, dat wist ik niet. Maar dat weet ik nu.
Woensdagavond 30 maart: een uurtje ‘spinning’. Dat is keihard fietsen, afwisselend zittend en staand. Ik wist gelijk dat ik het geen uur zou volhouden. En dan heb ik het niet over het fietsen. Nee, die MUZIEK!!! Nou ja, ‘muziek’… Ik dacht dat de geluidsinstallatie kapot was, er kwamen zulke rare en harde geluiden uit de boxen! En die instructeur er maar bovenuit schreeuwen. Dat we de knop steeds een stukje naar rechts moesten draaien. Ik dacht, ‘jij gaat gaat toch over de volumeknop?’. Maar hij bedoelde de knop om de weerstand te verhogen. Ik heb het tot mijn verbazing een uur volgehouden. Ondertussen verlangend naar de Noorse bergen, de Schotse hooglanden en het kabbelende water van Zweedse meertjes. De volgende dag heb ik naar klavecimbel-concerten van Bach geluisterd. Ik wil dat de volgende keer als achtergrondbeat voorstellen.
Zaterdagochtend 2 april: drie kwartier ‘HIT cycling’. (Mijn woordenschat is trouwens deze week ook vergroot!). In de HIT cycling lessen wordt de intensiteit bepaald door je individuele hartslagzones. Bij binnenkomst zei de instructrice: “Ik ken jou, jij bent van Het Olavspad!” Huh?? Bleek dat zij ook een vakantiefietser is, naar een van m’n lezingen is geweest en voornemens is Het Olavspad te gaan fietsen. Ik vond de les gelijk leuk en hij moest nog beginnen!
Na een klein uur wist ik dat dit is wat ik voorlopig even nodig heb om de fietsconditie weer op peil te brengen. De muziek was zeer dragelijk. Ik kon zelfs verstaan wat ze zongen “Don’t stop thinking about tomorrow”, “Look at me, I'm a train on a track, I'm a train, I'm a train, I'm a chucka train, yeah”. Nou, daar kun je prima op fietsen!
Volgende week de eerste afspraak met een voedingsadviseur die als credo op zijn website heeft staan “To Eat is a necessity, but to eat intelligently is an Art”. Ik denk dat hij bedoelt dat je kunstwerken moet maken van je eten. Bijvoorbeeld slagroom in de vorm van een wolk, een stapel pannenkoeken met de vorm van de toren van Babel (ook net zo hoog), of een ballenbad van smarties. Nou ja, dat denk ik. Misschien vergis ik me. We gaan het zien volgende week.
(foto: © Risen Wang – Unsplash)